Rechtbank Gelderland besluit op grond van bijzondere omstandigheden de bezwaren tegen de aanslagen reinigingsrecht over de jaren 2009 t/m 2017 ontvankelijk te verklaren.

X is sinds 2008 eigenaar van een kamerverhuurwoning. Vanaf 2009 tot en met 2020 heeft X voor deze woning aanslagen reinigingsrechten ontvangen . X maakt bezwaar tegen de aanslag 2019, maar dat bezwaar wordt afgewezen. Als X in 2020 tot de ontdekking komt dat de woning ten onrechte is geregistreerd als bedrijfswoning en dat daarom aanslagen reinigingsrecht zijn opgelegd, maakt hij opnieuw bezwaar. De heffingsambtenaar verklaart het bezwaar wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk, maar trekt ambtshalve de aanslagen over de jaren 2018 t/m 2020 in.

Rechtbank Gelderland besluit op grond van bijzondere omstandigheden de bezwaren tegen de aanslagen reinigingsrecht over de jaren 2009 t/m 2017 ontvankelijk te verklaren. De aanslagen zijn gebaseerd op de onjuiste vermelding in de gemeentelijke administratie dat de woning een kantoorpand betreft. X kon hiervan niet op de hoogte zijn en op de aanslagbiljetten staat niet vermeld op welke juridische en feitelijke grondslag het reinigingsrecht is gebaseerd. De omstandigheden die ertoe hebben geleid dat X ten onrechte is aangeslagen en is gehinderd in zijn mogelijkheden zich daartegen te verweren zijn zodanig bijzonder dat in dit geval het toepassen van art. 6:11 Awb gerechtvaardigd is. Hierbij speelt ook mee dat beide partijen het eens zijn dat X een bedrag van € 2.842,50 onterecht heeft betaald. De aanslagen komen alsnog te vervallen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 229

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 5 april

12

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen