Hof Amsterdam oordeelt dat op grond van een door de gemeente in 1959 met een waterleidingbedrijf gesloten overeenkomst de gemeente niet bevoegd is in haar hoedanigheid van grondeigenaar jegens X nv op te treden tegen de aanwezigheid van de waterleidingen in de gemeentegrond. Het is dan niet toegestaan om ter zake van de aanwezigheid van dat netwerk precariobelasting te heffen.

Belanghebbende, X nv, is eigenaar van het waterleidingnet in de gemeente Beuningen. De heffingsambtenaar legt aan X nv voor de waterleidingen in gemeentegrond aanslagen precariobelasting op over de jaren 2012 t/m 2014. De aanslagen bedragen respectievelijk € 166.323,50, € 178.203,75 en € 190.084. Rechtbank Gelderland oordeelt dat de gemeente Beuningen op grond van een overeenkomst met (de rechtsvoorganger van) X nv niet bevoegd is om op te treden tegen de aanwezigheid van waterleidingen in gemeentegrond. De rechtbank oordeelt dat de rechten en verplichtingen uit de overeenkomst van 1959 zijn overgegaan op X nv. De overeenkomst staat daarom aan heffing van precariobelasting in de weg. Het beroep van X nv is gegrond.

Hof Amsterdam oordeelt in navolging van de rechtbank dat op grond van een door de gemeente in 1959 met een waterleidingbedrijf gesloten overeenkomst de gemeente niet bevoegd is in haar hoedanigheid van grondeigenaar jegens X nv op te treden tegen de aanwezigheid van de waterleidingen in de gemeentegrond. Het is dan niet toegestaan om ter zake van de aanwezigheid van dat netwerk precariobelasting te heffen (HR 10 juni 2009, nr. 42.804, BNB 2009/234). Het hoger beroep van de heffingsambtenaar is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 228

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 19 oktober

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen