Hof Den Haag oordeelt dat geen sprake is van een ongelijke behandeling van gelijke gevallen. X bv heeft namelijk alleen maar een deel van de activa overgenomen, terwijl een aandelenverkrijging ziet op de overname van aandelen met daarin alle activa en passiva van een vennootschap.
B bv houdt de aandelen in belanghebbende, X bv. In 2019 doet B bv een bod op de onderneming van A bv en het bedrijfspand waarin de onderneming wordt gedreven. A bv produceerde maaltijden, maar is failliet gegaan, net als haar moeder, C bv. De materiële en immateriële activa van A bv worden vervolgens overgedragen aan D bv, een dochter van X bv. Het bedrijfspand wordt door C bv verkocht aan X bv voor € 1,1 mln. Ook neemt D bv een deel van het personeel van A bv over. Volgens X bv is de heffing van overdrachtsbelasting ter zake van de verkrijging van het bedrijfspand discriminerend. Rechtbank Den Haag oordeelt dat geen sprake is van de verkrijging van een onderneming, omdat niet het geheel van activa en passiva is overgenomen. X bv gaat in hoger beroep.
Hof Den Haag oordeelt dat geen sprake is van een ongelijke behandeling van gelijke gevallen. X bv heeft namelijk alleen maar een deel van de activa, de onroerende zaak overgenomen, terwijl een aandelenverkrijging ziet op de overname van aandelen met daarin alle activa en passiva van een vennootschap. Verder is ook geen sprake van de overname van een gehele onderneming, omdat niet aannemelijk is geworden dat naast de activa ook de passiva zijn overgenomen. Er is dan ook geen sprake van discriminatie naar rechtsvorm. De beperking van de vrijstelling van overdrachtsbelasting in het kader van bedrijfsopvolging (art. 15 lid 1 onderdeel b WBR) tot de verkrijging door een aantal bloed- en aanverwanten en daarmee gelijkgestelde personen, levert ook geen discriminatie op. Het hof wijst daarbij op het arrest van de Hoge Raad van 6 juni 2003 (nr. 37755, V-N 2003/31.21). Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Wetsartikelen:
Wet op belastingen van rechtsverkeer 15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 6 januari