Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de bedrijfsgebouwen en erfverhardingen bij de woning behoren, zij zijn daarbij in gebruik en dienstbaar aan. Deze onroerende zaken vormen dan ook aanhorigheden. Dat de bedrijfsgebouwen en erfverharding naar hun aard oorspronkelijk een bedrijfsbestemming hadden, is niet van belang.

X koopt in 2015 een boerderijwoning met schuren, ondergrond, erf en verdere aanhorigheden van A. De onroerende zaak was in het verleden in gebruik bij de agrarische onderneming van A, maar deze was ten tijde van de levering al een aantal jaren gestaakt. Eind 2014 is de agrarische bestemming van het gedeelte van het perceel waarop de opstallen staan, gewijzigd naar ‘woondoeleinden’. De inspecteur legt een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting op aan X, omdat volgens hem ten onrechte voor het gehele object het tarief van 2% is toegepast.

Het hof wijst daarbij op de ligging van de bedrijfsgebouwen en erfverhardingen ten opzichte van de woning, de bereikbaarheid van de bedrijfsgebouwen vanuit de woning en het feit dat zij op hetzelfde perceel gelegen zijn. Verder wordt in het rapport van de rijkstaxateur opgemerkt dat het geheel het aanzicht heeft van een ‘authentiek Twents erf’. Het woningtarief is dan van toepassing op de gehele verkrijging.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op belastingen van rechtsverkeer 15

Wet op belastingen van rechtsverkeer 14

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer

Dossiers: Agro

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 3 augustus

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen