Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat belastingplichtigen er in het algemeen niet in redelijkheid op kunnen vertrouwen dat de belastingwet ongewijzigd zal blijven. Het verlies uit 2005 is in 2015 niet meer aftrekbaar. X bv mocht er niet op vertrouwen dat de onbeperkte voorwaartse verliesverrekening altijd zou worden gehandhaafd.

De inspecteur heeft de nog niet verrekende ondernemingsverliezen van X bv over het jaar 2005 en voorgaande jaren per 1 januari 2015 vastgesteld op € 246.106. Bij het opleggen van de VPB-aanslagen over de jaren 2015 en 2016 houdt de inspecteur geen rekening met de verliezen die betrekking hebben op de jaren 2005 en eerder. X stelt dat hij er op mocht vertrouwen dat deze verliezen aftrekbaar zouden blijven.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat belastingplichtigen er in het algemeen niet in redelijkheid op kunnen vertrouwen dat de belastingwet ongewijzigd zal blijven. X bv mocht, na de invoering van de onbeperkte voorwaartse verliesverrekening met ingang van 1 januari 1995, er dan ook niet op rekenen dat die regeling altijd zou worden gehandhaafd. De rechtbank verwijst daarbij naar het arrest van de Hoge Raad van 13 april 2018, nr. 16/04786 (V-N 2018/21.9). Verder merkt de rechtbank nog op dat beschikkingen waarbij ondernemingsverliezen zijn vastgesteld, niet verder strekken dan het vaststellen van de omvang van het verlies van het desbetreffende jaar. Een dergelijke verliesvaststellingsbeschikking vestigt dus niet een onvoorwaardelijk recht van de belastingplichtige op verrekening van de daarin vastgestelde verliezen.

Lees ook het thema Verliesverrekening in de vennootschapsbelasting

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 20

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 21 december

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen