Belanghebbende, vof X, krijgt over 2015 van de inspecteur een naheffingsaanslag in de loonbelasting opgelegd van ruim € 6.400. Partijen sluiten vervolgens een compromis, waarbij X toch nog een voorbehoud maakt. In hoger beroep gaat het geschil nog over een bedrag van € 2.169. Vof X stelt dat de naheffingsaanslag moet worden verminderd omdat zij het door de inspecteur genoemde bedrag van € 2.169 niet heeft terugontvangen.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt echter dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat het eerder door vof X betaalde bedrag van € 2.169 is teruggestort op een bankrekening van vof X. Volgens het hof is hierdoor het vermoeden gewettigd dat de € 2.169 is bijgeschreven op de bankrekening van vof X en moet vof X, die stelt dat zij dat bedrag niet heeft ontvangen, als meest gerede partij tegenbewijs leveren. Daarin is zij niet geslaagd, aldus het hof. Het hof bevestigt de correctie van de inspecteur en oordeelt dat de naheffingsaanslag voor het juiste bedrag is opgelegd.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 3 december