Hof Den Haag oordeelt in navolging van de rechtbank dat de inspecteur terecht de overboeking van € 200.000 heeft aangemerkt als een onttrekking. De bv maakt niet aannemelijk dat het verlies voortvloeit uit haar ondernemingsactiviteiten. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, X bv, handelt in effecten op de beurs. In december 2000 maakt de bv € 200.000 over naar een bevriende relatie van de dga van de bv. Naar aanleiding van een boekenonderzoek corrigeert de inspecteur dit bedrag door middel van een navorderingsaanslag. X bv bestrijdt de aanslag en stelt in beroep dat het om een verlies gaat dat is geleden met een 'over the counter' (OTC) -transactie. Dit is een transactie waarbij aandelen worden verhandeld op een niet gereglementeerde beurs.

Hof Den Haag (MK I, 21 januari 2014, BK-12/00541, V-N Vandaag 2014/1114) oordeelt in navolging van de rechtbank dat X bv niet aannemelijk maakt dat het verlies voortvloeit uit haar ondernemingsactiviteiten. Van de gestelde OCT-transactie heeft de bv geen schriftelijke vastlegging overgelegd en de bij de overboeking betrokken partijen ontkennen dat sprake is geweest van een OCT-transactie. De overboeking van € 200.000 vormt een onttrekking zodat de inspecteur terecht de winst heeft verhoogd. Het hof verklaart het hoger beroep van de bv ongegrond. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8 lid 1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 9 januari

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen