Rechtbank Gelderland oordeelt dat de activiteiten niet slechts tijdelijk zijn overgedragen aan I bv. Er is geen sprake van een voornemen om de werkzaamheden binnen een redelijke termijn te hervatten. De correcties ten aanzien van de staking van de onderneming zijn terecht.
Belanghebbende, X, houdt de aandelen in H bv. H bv houdt de aandelen in I bv en J bv. Verder exploiteert X ook nog een eenmanszaak. De activiteiten van de ondernemingen bestaan uit de exploitatie van een garagebedrijf met showroom en de verhuur van onroerende zaken. In de periode 2003 - 2007 worden diverse activiteiten overgeheveld van de eenmanszaak naar I bv en worden 77 van de 80 aandelen J bv geleverd aan familieleden en medewerkers. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur IB-navorderingsaanslagen op aan X. Volgens de inspecteur is X namelijk nog steeds economisch eigenaar van de aandelen J bv en is de eenmanszaak gestaakt.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de correcties ten aanzien van de staking van de onderneming terecht zijn. Volgens de rechtbank zijn de activiteiten namelijk niet slechts tijdelijk overgedragen aan I bv. Er is geen sprake van een voornemen om de werkzaamheden binnen een redelijke termijn te hervatten. Ook kan de exploitatie van de onroerende zaak en de verhuur van de vergunningen niet worden aangemerkt als een onderneming. Daarbij wijst de rechtbank er op dat de activiteiten waarvoor de vergunningen zijn afgegeven worden uitgevoerd door I bv. De inspecteur maakt echter niet aannemelijk maakt dat X de economische eigendom van de aandelen J bv heeft behouden. In het dossier zitten namelijk geen stukken waaruit blijkt dat X heeft afgesproken dat zijn zus en de medewerker de aandelen voor hem houden. De correcties ten aanzien van het ab zijn dan ten onrechte doorgevoerd.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet inkomstenbelasting 2001 3.92
Wet inkomstenbelasting 2001 4.6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 14 februari