Rechtbank Gelderland oordeelt dat de overdracht van de pensioenvoorziening binnen de f.e. fiscaal geen gevolgen heeft. C bv moet de voorziening na haar ontvoeging uit de f.e. op haar balans opnemen voor de waarde waarvoor zij onmiddellijk voor de ontvoeging op de balans van de f.e. was opgenomen.

Belanghebbende, X nv, heeft een pensioen toegezegd aan E. De uitvoering van de pensioenregeling is eind 1993 overgedragen aan C bv, een gevoegde dochtermaatschappij van X nv. Op 1 september 2010 betaalt X nv een bedrag ter grootte van het verschil tussen de fiscale balanswaarde en de WEV van de pensioenverplichting aan C bv. Vervolgens verkoopt X nv de aandelen C bv aan de kinderen van E. In haar VPB-aangifte 2010 brengt X nv een bedrag van € 1,3 mln in aftrek in verband met de pensioenregeling van E. De inspecteur corrigeert de aangifte met € 1,2 mln. X nv stelt dat de indexatielasten op de fiscale balans van de fiscale eenheid moeten worden geactiveerd en dat deze actiefpost achterblijft op de balans van de overdragende vennootschap bij ontvoeging van C bv.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de overdracht van de pensioenvoorziening fiscaal geen gevolgen heeft. De rechtbank wijst er hierbij op dat, op grond van art. 15aj lid 5 Wet VPB 1969, C bv, na haar ontvoeging uit de fiscale eenheid, de voorziening op haar balans moet opnemen voor de waarde waarvoor zij onmiddellijk voor de ontvoeging op de balans van fiscale eenheid was opgenomen. Volgens de rechtbank ontstaat er namelijk geen actiefpost als gevolg van de overdracht van de pensioenvoorziening binnen de fiscale eenheid. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 15aj

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 7 februari

16

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen