E bv is beherend vennoot van C cv. C cv is een door D bv geïnitieerd vastgoedfonds dat in een bedrijfspand investeert. D bv houdt de aandelen in E bv. Uiteindelijk zijn 810 participaties van € 15.000 toegekend aan commanditaire vennoten. In 2007 sluit E bv een overeenkomst met G bv. Hierbij wordt overeengekomen dat tenminste 95% van de participaties in C cv aan G bv wordt verkocht. Dit is inclusief het aandeel van E bv. Eind 2007 vinden er verscheidene rechtshandelingen plaats. Hierbij worden niet de participaties in de cv aan G bv geleverd, maar wordt de economische eigendom van het bedrijfspand aan belanghebbende, X bv, geleverd. X bv is een dochter van G bv. X bv doet een beroep op de vrijstelling van overdrachtsbelasting wegens interne reorganisatie.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv geen recht heeft op toepassing van de vrijstelling van overdrachtsbelasting wegens interne reorganisatie. De rechtbank overweegt daarbij dat voor een beroep op de vrijstelling in ieder geval is vereist dat de cv na de levering van de economische eigendom is blijven bestaan. Volgens de rechtbank is dit niet het geval aangezien er geen aanwijzingen zijn dat de commanditaire vennoten na levering van de economische eigendom van het bedrijfspand nog deelnemen in de cv, zodat er na de levering nog maar één vennoot (de beherende vennoot) deelneemt in de cv. De rechtbank stelt vervolgens vast dat er na de levering van de economische eigendom geen sprake meer is van een cv, omdat er nog maar één vennoot resteert, en er voor het bestaan van een cv is vereist dat minimaal twee vennoten deelnemen. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet op belastingen van rechtsverkeer 15
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 22 augustus