De Hoge Raad oordeelt dat de toetsing aan de bezitseis moet plaatsvinden aan de hand van de geconsolideerde balans van de rechtspersoon en de deelneming. Dat houdt dan in dat alleen op de fiscale balans opgenomen actiefposten als bezitting in aanmerking kunnen worden genomen.
B bv en haar (klein)dochters verhuren opslagruimte (selfstorage). In 2016 verkrijgt X bv de aandelen B bv. In geschil is of B bv kwalificeert als een onroerendezaakrechtspersoon. Hof Den Haag oordeelt dat X bv overdrachtsbelasting is verschuldigd voor de verkrijging van de aandelen in B bv. Volgens het hof is voldaan aan zowel de bezitseis als de doeleis. Hierbij overweegt het hof dat bij de beoordeling of aan de bezitseis is voldaan geen rekening mag worden gehouden met intern gegenereerde goodwill. Alleen aangekochte goodwill mag worden geactiveerd, het activeren van intern gegenereerde goodwill is niet toegestaan. X bv is het daar niet mee eens en gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat de toetsing aan de bezitseis moet plaatsvinden aan de hand van de geconsolideerde balans van de rechtspersoon en de deelneming. Dat houdt dan in dat alleen op de fiscale balans opgenomen actiefposten als bezitting in aanmerking kunnen worden genomen. De Hoge Raad wijst daarbij op de wetsgeschiedenis van (de voorloper van) art. 4 WBR. Alleen goodwill die is gekocht en die is opgenomen op de fiscale balans als bezitting in de zin van art. 4 WBR kan dan in aanmerking worden genomen. Daarbij is ook van belang dat anders bij elke overdracht van aandelen in een onroerendezaakrechtspersoon een berekening gemaakt zou moeten worden van goodwill die niet op de balans staat. De Hoge Raad bevestigt de uitspraak van het hof.
Lees ook het thema Onroerendezaakrechtspersonen in de overdrachtsbelasting.
Wetsartikelen:
Wet op belastingen van rechtsverkeer 4
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer
Instantie: Hoge Raad
Editie: 30 januari
Carrousel: Carrousel