Rechtbank Gelderland oordeelt dat een besluit van de gemeenteraad uit 1923 waarbij aan een rechtsvoorganger van X nv het recht is verleend om elektriciteitsleidingen te hebben, aan te brengen en te houden in gronden van de gemeente, in de weg staat aan de heffing van precariobelasting van X nv.

Belanghebbende, X nv, is eigenaar van elektriciteitsleidingen in de gemeente Hattem die zich deels bevinden in grond die in eigendom is van de gemeente. In geschil is de aanslag precariobelasting 2014 die de heffingsambtenaar aan X nv heeft opgelegd.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat een besluit van de gemeenteraad uit 1923 waarbij aan een rechtsvoorganger van X nv het recht is verleend om elektriciteitsleidingen te hebben, aan te brengen en te houden in gronden van de gemeente, in de weg staat aan de heffing van precariobelasting van X nv. De rechtbank verwerpt de stelling van de gemeente dat de overeenkomst enkel betrekking heeft op de aanleg en het aangelegd houden van kabels, leidingen en/of buizen in de gemeentegrond. Op grond van de overeenkomst is de gemeente niet bevoegd om op te treden tegen de aanwezigheid van de onderhavige elektriciteitsleidingen. Deze gedoogplicht heeft naar de strekking van art. 228 Gemeentewet tot gevolg dat geen precariobelasting kan worden geheven. De rechtbank verklaart het beroep van X nv gegrond en vernietigt de aanslag precariobelasting.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 228

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 17 november

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen