Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de overgang van de panden als gevolg van de inbreng in de commanditaire vennootschap een juridische levering is, belast met overdrachtsbelasting. De vermelding in de akte dat X voor rekening en risico van de vennootschap heeft gehandeld is niet doorslaggevend.
De maten van een maatschap, die tot doel heeft het gezamenlijk beleggen in registergoederen, gaan in juni 2016 over tot de oprichting van een commanditaire vennootschap. Zij brengen ieder hun evenredige aandeel in de panden van de maatschap in. In het kader van de inbreng worden de panden in oktober 2016 bij notariële akte van levering overgedragen aan X, een rechtspersoon en beherend vennoot. X betwist de overdrachtsbelasting omdat er geen sprake zou zijn van een levering in de zin van de WBR. Hij heeft voor rekening en risico van de CV gehandeld en de panden slechts “op naam” gekregen. Het belang is ongewijzigd bij de vennoten gebleven. Een overgang als deze zou niet belast moeten worden.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de overgang van de panden als gevolg van de inbreng in de commanditaire vennootschap een juridische levering is, belast met overdrachtsbelasting. De vermelding in de akte dat X voor rekening en risico van de vennootschap heeft gehandeld is niet doorslaggevend. De vennoten hebben bewust voor deze constructie gekozen om te vermijden dat er bij toekomstige toe- of uittredingen een levering van een evenredig deel van de onroerende zaken vereist zou zijn, zoals wel het geval was bij de maatschap. Dat X alleen rechtshandelingen mag verrichten met toestemming van de overige vennoten is van betekenis in de onderlinge verhouding maar niet ten aanzien van de uitleg van het begrip verkrijging voor de overdrachtsbelasting.
Lees ook het thema Onroerendezaakrechtspersonen in de overdrachtsbelasting
Wetsartikelen:
Wet op belastingen van rechtsverkeer 2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 23 december