De heer X is adviseur van beroep en belandt financieel in zwaar weer. In 2010 komen X en de inspecteur overeen dat X alsnog zijn IB-aangifte over 2008 kan indienen. Na ontvangst van de aangifte en uitvoerige correspondentie stelt de inspecteur dat de verstrekte informatie niet kan worden aangemerkt als het duidelijk, stellig en zonder voorbehoud verstrekken daarvan. De inspecteur verhoogt het belastbaar inkomen van box 1 tot € 174.165. Volgens de inspecteur moet X bewijzen dat de aanslag te hoog is. Rechtbank Zeeland-West-Brabant vermindert de aanslag tot € 46.211. Parijen gaan in hoger beroep. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat gelet op de ingewikkeldheid van de zaak en de uitvoerige correspondentie de overschrijding van de redelijke termijn in de bezwaarfase van afgerond één jaar niet aan de inspecteur kan worden toegerekend. X claimt daarom vergeefs een immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. Het inkomen van X moet wegens privé-opnamen met € 83.000 worden verhoogd, dus € 2.000 meer de rechtbank heeft vastgesteld. De schuld op de balans van zijn adviespraktijk is in zoverre namelijk niet reëel. Het inkomen wordt nader vastgesteld op € 57.722. Het beroep van de inspecteur is gegrond.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 27 juni