X maakt bezwaar tegen de aanslagen IB/PVV en ZVW voor 2012, waarbij belastingrente in rekening is gebracht. In bezwaar handhaaft de inspecteur de aanslagen en wordt een immateriële schadevergoeding van € 2500 toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond. In hoger beroep is in geschil is of de belastingrente terecht is berekend en of de toegekende immateriële schadevergoeding voldoende is.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de belastingrente juist is berekend en de immateriële schadevergoeding moet worden verhoogd vanwege overschrijding van de redelijke termijn. X had tijdig aangifte kunnen doen, ook al waren eerdere bezwaarfases nog niet afgerond. Het hof verhoogt de immateriële schadevergoeding tot € 4500, omdat de redelijke termijn met 4,5 jaar is overschreden. De inspecteur moet € 1500 extra vergoeden en de Staat € 500. Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:82
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Algemene wet bestuursrecht 8:88
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 9 oktober
Informatiesoort: VN Vandaag