X beschikt over een op kenteken gestelde parkeervergunning voor zijn auto. Als de auto door een ongeluk total loss wordt verklaard, rijdt X eerst drie weken in een huurauto en daarna in een auto die hij van een particulier heeft geleend. De parkeervergunning wordt omgezet op het kenteken van de gehuurde auto. Omzetting van de parkeervergunning op het kenteken van de geleende auto is echter, krachtens de Amsterdamse regelgeving, niet mogelijk. X maakt bij het parkeren van de geleende auto toch gebruik van zijn parkeervergunning. Met een briefje op het dashboard geeft hij aan dat hij er vanuit gaat dat zijn parkeervergunning ook voor de geleende auto geldt. De heffingsambtenaar van de gemeente legt X zeven naheffingsaanslagen parkeerbelasting op.
Hof Amsterdam oordeelt dat X zijn op kenteken gestelde parkeervergunning wel mocht gebruiken voor zijn huurauto, maar niet voor zijn leenauto. Terecht heeft de gemeente X zeven naheffingsaanslagen opgelegd voor het parkeren met de leenauto zonder de parkeerbelasting te voldoen. Het onderscheid bij het omzetten van een parkeervergunning tussen bedrijfsmatige terbeschikkingstelling dan wel verhuur (huurauto's) enerzijds en terbeschikkingstelling in de particuliere sfeer anderzijds (leenauto's) is niet willekeurig of in strijd met het gelijkheidsbeginsel. De gemeente heeft in dit verband aangevoerd dat een omzettingsmogelijkheid voor in de particuliere sfeer geleende auto's onbeheersbaar is (gevaar van misbruik). Het hof verklaart de hoger beroepen van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 13 september