Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de participatie van X in het Filmfonds geen bron van inkomen vormt. X maakt namelijk niet aannemelijk dat met de films een box-officeopbrengst van ten minste € 5 mln per film zou worden behaald.

X neemt sinds 2013 deel in het Filmfonds. Het Filmfonds is een maatschap die tot doel heeft twee films te produceren en te exploiteren. In zijn IB-aangiften verantwoordt X de resultaten van zijn participatie in het Filmfonds als ROW. Voor 2013 bedraagt het resultaat € 17.600 negatief. De inspecteur is echter van mening dat er geen sprake is van een bron van inkomen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de participatie van X in het Filmfonds geen bron van inkomen vormt. Volgens de rechtbank viel, uitgaande van de te verwachten rendementen (zonder rekening te houden met fiscale faciliteiten), objectief bezien, redelijkerwijs niet te verwachten dat met de participatie een voordeel kon worden behaald. De rechtbank stelt daarbij vast dat pas bij een box-officeopbrengst van € 5 mln of meer een positief rendement kan worden verwacht, en dat de films van het Filmfonds een box-officeopbrengst van € 4,5 mln en € 625.000 hebben gerealiseerd. X maakt echter niet aannemelijk dat met de twee specifieke films van het Filmfonds een box-officeopbrengst van ten minste € 5 mln per film zou worden behaald. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 23 december

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen