Rechtbank Den Haag oordeelt dat X de afschrijving, rente en andere kosten van het kantoorpand niet als verlies uit onderneming in aanmerking mag nemen. 

Belanghebbende, X, koopt in 2008 voor € 1.825.000 een kantoorpand met de bedoeling om dit te gaan verhuren in kleine units. In 2009 ontstaat het plan om het pand te gaan gebruiken als vestigingsadres van een commerciële ruimtevaartonderneming. Als de exploitatie van het pand niet goed van de grond komt, verkoopt X het pand eind 2011 voor € 1.600.000. In geschil is of X in 2010 in zijn aangifte IB/PVV terecht aftrekposten opvoert in verband met rente, afschrijving en andere kosten die betrekking hebben op het pand.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat X als particulier de afschrijving, rente en andere kosten van het kantoorpand niet als verlies uit onderneming in aanmerking mag nemen. Uit de feiten blijkt dat X met de exploitatie van het pand redelijkerwijs geen positieve opbrengsten kon verwachten en dat er daarom geen sprake is geweest van een bron van inkomen. De kosten kunnen dus niet worden afgetrokken, noch als verlies uit onderneming noch als negatief resultaat uit een werkzaamheid. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.4 en 3.90

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 12 februari

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen