X is als vooraanstaand fiscalist en partner/kantoorleider van een groot belastingadvieskantoor betrokken bij de oprichting en het bestuur van vier ANBI-stichtingen. X is voorzitter van deze stichtingen en declareert via zijn kantoor in vier jaar tijd (2008 tot en met 2012) ruim 9000 uren tegen uurtarieven variërend van € 475 tot € 580 (ex BTW). Dit is circa 75% van zijn werktijd voor dat kantoor. Tijdens een boekenonderzoek bij de stichtingen rijzen vragen over de declaraties van X, wat de aanleiding is tot deze fiscale fraudezaak Monviso. Mede-verdachten zijn een collega-bestuurslid (2018/03261) en diens werk-bv (2018/03262). Volgens Rechtbank Oost-Brabant heeft X zich schuldig gemaakt aan valsheid in geschrift en verduistering. X krijgt 30 maanden celstraf, waarvan tien voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. X gaat in hoger beroep.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X zich schuldig heeft gemaakt aan valsheid in geschrift door het opmaken van valse facturen en het indienen van onjuiste ANBI-verzoeken. In de facturen werd ten onrechte de suggestie gewekt dat het steeds om hoogwaardige fiscale adviezen ging en een commercieel tarief voor bestuurswerk is strijdig met de ANBI-regelgeving. X kon jarenlang zijn gang gaan, omdat zijn declarabele uren bij het belastingadvieskantoor hoog genoeg waren. Het kantoor heeft inmiddels € 10 mln. aan de stichtingen terugbetaald. Er is geen sprake is van gekwalificeerde verduistering, zijnde verduistering van geld anders dan van misdrijf afkomstig. X had het geld namelijk door de valse facturen – indirect als vennoot van het kantoor – onder zich. Het recht tot vervolging van niet-gekwalificeerde verduistering is inmiddels verjaard. Vanwege het overschrijden van de redelijke termijn krijgt X uiteindelijk een celstraf van zestien maanden, waarvan tien voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. X mag drie jaar lang geen bestuurder zijn van een stichting, met uitzondering van zijn eigen pensioenstichting.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 41a