De dochteronderneming of het bijkantoor van een niet-EU-moederonderneming, die de rapportage over fiscale informatie over derde landen zou moeten publiceren, moet de mogelijkheid krijgen uit te leggen waarom zij die informatie niet openbaar kan of wil maken. Dit "pas toe of leg uit"-beginsel bepleit de Minister van Veiligheid en Justitie in de onderhandelingen over het richtlijnvoorstel dat openbaar maken van wereldwijd uitgesplitste fiscale informatie die geen betrekking heeft op EU-lidstaten en ook niet op niet-coöperatieve jurisdicties.

De minister reageert daarmee op een door de Tweede Kamer aangenomen motie van het lid Merkies over country-by-country-reporting (V-N 2016/38.11). Een boete zal worden opgelegd als noch de fiscale informatie wordt gegeven, noch wordt uitgelegd waarom die niet wordt gegeven.

De motie roept het kabinet op zich in EU-verband sterk te maken voor volledige country-by-country reporting, waarbij de ondernemingen die onder het richtlijnvoorstel vallen de informatie over winstbelasting voor ieder land individueel weergeven en niet deels op geaggregeerd niveau. Zoals het richtlijnvoorstel nu luidt moeten moederondernemingen in de EU met een geconsolideerde netto-omzet van meer dan € 750 miljoen en EU-dochterondernemingen en EU-bijkantoren van dergelijke grote moederondernemingen die niet in de EU gevestigd zijn, voor iedere EU-lidstaat en ieder derde land dat op een lijst van niet-coöperatieve belastingjurisdicties staat, aangeven hoeveel belasting zij aan dat land betalen. Voor alle overige derde landen mag dat op geaggregeerd niveau. De motie stelt dat ook de informatie over deze laatste categorie derde landen uitgesplitst per land in de rapportage moet worden weergegeven.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht

Regelgevende instantie: Ministerie van Veiligheid en Justitie

Editie: 21 oktober

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen