X is een pensioen-bv waarvan de aandelen via een stichting gehouden worden door A. A was tot zijn overlijden in 2017 ook bestuurder van de stichting. A is van 1986 tot 2011 gehuwd geweest met B. In het kader van de financiële afwikkeling van hun huwelijk is (uiteindelijk) in 2017 een bindend advies uitgebracht. Daarin is onder meer bepaald dat B recht heeft op een bijzonder partnerpensioen van € 41.447 bruto per jaar en dat op A in beginsel de verplichting rust tot externe afstorting bij een pensioenverzekeraar. Over de hoogte van de koopsom zijn echter in het advies geen stellige uitspraken gedaan.
Hof ’s-Hertogenbosch, team handelsrecht, oordeelt dat de pensioen-bv € 800.000 moet afstorten naar een door B aan te wijzen pensioenverzekeraar. B heeft het bedrag gemotiveerd toegelicht door vier offertes van verzekeraars te overleggen en een advies van Pensioenconsultancy.