Hof Amsterdam oordeelt dat het pensioen nog voor verwezenlijking vatbaar is. De verplichting van dga B tot het betalen van rente en aflossing in verband met een lening kan worden verrekend met het aan hem toekomende pensioen. De pensioenverplichting is niet vrijgevallen.

X BV vormt samen met haar dochtermaatschappijen B BV en C BV een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. B is enig aandeelhouder van X BV. B BV heeft een pensioen toegezegd aan B. Na enige correspondentie met X BV concludeert de inspecteur dat de pensioenverplichting in 2017 moet vrijvallen. Na verrekening van de verliezen legt de inspecteur - ter behoud van rechten - een VPB-aanslag op naar een belastbaar bedrag van € 1,6 mln. X BV stelt dat de pensioenverplichting is vrijgevallen omdat het pensioen niet meer voor verwezenlijking vatbaar is. Op deze vrijval is dan volgens X BV de kwijtscheldingswinstvrijstelling (art. 3.13 lid 1 onderdeel a Wet IB 2001) van toepassing. Na het bezwaar van X BV stelt de inspecteur dat de pensioenverplichting niet is vrijgevallen. X BV stelt in beroep dat een vordering van € 1,2 mln die zij had op B moet worden afgewaardeerd.

Hof Amsterdam oordeelt dat het pensioen nog voor verwezenlijking vatbaar is. De verplichting van dga B tot het betalen van rente en aflossing in verband met een lening kan worden verrekend met het aan hem toekomende pensioen. De pensioenverplichting is niet vrijgevallen. De rechtbank merkt daarbij op dat X BV onvoldoende feiten en omstandigheden heeft gesteld en aannemelijk heeft gemaakt op grond waarvan zou moeten worden geoordeeld dat dga B zijn rechten op het pensioen heeft prijsgegeven. Verder verwerpt het hof het beroep van X BV op het vertrouwensbeginsel. De inspecteur heeft de aanslag slechts ter behoud van rechten opgelegd, en daarbij zijn standpunt over een mogelijke vrijval van de pensioenverplichting nog niet bepaald. Er is dan ook geen vertrouwen gewekt dat de pensioenverplichting is vrijgevallen. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Instantie: Hof Amsterdam

Rubriek: Vennootschapsbelasting, Inkomstenbelasting

Editie: 2 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

518

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen