X ontvangt in 2020 een pensioennabetaling van € 16.895, waarover geen loonheffing is ingehouden. In geschil is haar IB-aanslag over dat jaar. X stelt primair dat de nabetaling onder box 3 valt. De aanslag is volgens X daarnaast een individuele buitensporige last, omdat zij deze niet kan betalen. Voorts doet X een beroep op de hardheidsclausule en verzoekt zij om kwijtschelding.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de nabetaling loon is, dat gewoon in box 1 is belast. De aanslag is geen individuele buitensporige last, omdat de nabetaling een bruto bedrag is, waarvan X niet wist dat er nog belasting over was verschuldigd. Het toepassen van de hardheidsclausule is uitsluitend een bevoegdheid van de Staatssecretaris van Financiën en voor kwijtschelding dient X zich tot de ontvanger wenden. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 63
Wet inkomstenbelasting 2001 3.81
Wet inkomstenbelasting 2001 3.80
Wet op de loonbelasting 1964 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Invordering, Belastingrecht algemeen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 18 mei