Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat belanghebbendes perceel niet kwalificeert als woning in aanbouw nu er onvoldoende stappen zijn gezet om binnen afzienbare tijd met bouwkundige werkzaamheden te starten.

X koopt in 2005 een perceel grond. X heeft een vergunning voor de bouw van een woning op dit perceel. Vanwege gerechtelijke procedures is X in 2014 en 2015 nog niet begonnen met de bouw. In hoger beroep is onder meer in geschil of het perceel voor die jaren een woning in aanbouw is in de zin van art. 3.111 lid 3 Wet IB 2001.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat het perceel niet kwalificeert als woning in aanbouw. In de betreffende jaren zijn geen bouwkundige werkzaamheden aangevangen die tot de stichting van een woning leiden. Van een woning in aanbouw kan dan slechts sprake zijn als er voldoende concrete stappen zijn gezet op grond waarvan naar redelijke verwachting valt aan te nemen dat de bouwkundige werkzaamheden binnen afzienbare tijd beginnen. Daarvan is volgens het hof geen sprake. De inspecteur heeft het perceel in de jaren 2014 en 2015 terecht en tot het juiste bedrag in de grondslag van inkomen uit sparen en beleggen betrokken. X’ hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.111

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 23 januari

Informatiesoort: VN Vandaag

15

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen