Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de leveringen van percelen met betonplaten en riolering kwalificeren als leveringen van bouwterreinen. De aard en omvang van de bebouwing in verhouding tot de omvang van de onroerende zaak is zo gering dat deze als verwaarloosbaar moet worden beschouwd.
Woningstichting Y koopt, ter realisatie van een nieuwbouwproject, voor woningbouw uitgeefbare kavels en vier voor openbare bostuin bestemde middengebieden van gemeente X. De kavels en de vier voor openbare bostuin bestemde middengebieden bestaan vóór de verkoop uit een recreatieterrein met diverse hoofdgebouwen, houten garages, toiletgebouwen, wegen en circa vijftig vrijstaande stenen recreatiewoningen met fundering en riolering. X en Y spreken bij de verkoop af dat X in beginsel medewerking zal verlenen aan een rechtstreekse levering van de kavels aan particuliere kopers. Het nieuwbouwproject bestaat uit 22 percelen, veertien ABC-percelen en acht AC-percelen. In 2014 sluiten X en Y, vanwege veranderde fiscale regelgeving, een tweede nadere overeenkomst. Daarin komen zij overeen dat X een aantal percelen, inclusief betonnen platen en riolering, rechtstreeks verkoopt aan particuliere kopers. Tijdens de zitting bij de Rechtbank Gelderland hebben partijen overeenstemming bereikt over de ABC-percelen. In hoger beroep is in geschil of de leveringen van de AC-percelen kwalificeren als leveringen van bouwterreinen.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de leveringen van percelen met betonplaten en riolering kwalificeren als leveringen van bouwterreinen. De aard en omvang van de bebouwing in verhouding tot de omvang van de onroerende zaak is zo gering dat deze als verwaarloosbaar moet worden beschouwd. Daar komt bij dat de betonnen platen en de riolering: i) naar hun aard zeer eenvoudig en in zeer korte tijd verwijderd kunnen worden, ii) niet dienstbaar zijn en konden zijn aan de nieuwe bebouwing en iii) niet meer de functie van gebouw vervullen, laat staan dat een deel daarvan dat kan zijn. X slaagt er niet in aannemelijk te maken dat de samenloopvrijstelling van toepassing is. Het hoger beroep van de inspecteur is gegrond.
Lees ook het thema De levering van een bouwterrein: btw of overdrachtsbelasting?
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 11
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Rubriek: Omzetbelasting, Belastingen van rechtsverkeer
Editie: 7 maart
Informatiesoort: VN Vandaag