De Hoge Raad oordeelt dat de perioden van leegstand van de recreatiebungalow niet zijn aan te merken als perioden waarin de woning voor privédoeleinden ter beschikking staat aan X. Gezien de uit de beheer- en verhuurovereenkomst voortvloeiende beperkingen, kan X de woning niet meteen zelf gebruiken.

X is eigenaar van een recreatiewoning, die voor de BTW als ondernemingsvermogen is geëtiketteerd. De woning wordt gebruikt voor de verhuur, via een bemiddelingsbureau, maar ook voor privégebruik. In 2011 wordt de woning tien dagen verhuurd, in 2012 61 dagen en in 2013 103 dagen. In die jaren gebruikt X de woning zelf 73 dagen. In geschil is hoe de toerekening van de periode van leegstand voor de BTW moet plaatsvinden. De inspecteur gaat in zijn berekening voor het privégebruik uit van de dagen dat de woning in gebruik was, X stelt dat in de berekening moet worden uitgegaan van 365 dagen. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de woning bij leegstand zowel voor privégebruik als voor zakelijk gebruik ter beschikking staat aan X. Daarbij is van belang dat in de beheer- en verhuurovereenkomst expliciet is opgenomen dat X bij leegstand de mogelijkheid heeft om zelf gebruik te maken van de woning en dat beide vormen van gebruik ook daadwerkelijk hebben plaatsgevonden. Het gelijk is aan de inspecteur. X gaat in cassatie.

De Hoge Raad oordeelt dat de perioden van leegstand van de recreatiebungalow niet zijn aan te merken als perioden waarin de woning voor privédoeleinden ter beschikking staat aan X. Gezien de uit de beheer- en verhuurovereenkomst voortvloeiende beperkingen, kan X de woning niet meteen zelf gebruiken. X heeft de recreatiewoning op zodanige wijze aan het bureau beschikbaar gesteld dat hij zelf buiten de perioden waarin hij de recreatiewoning daadwerkelijk voor zichzelf en/of zijn gezinsleden beschikbaar houdt, niet op elk moment naar eigen goeddunken kan beschikken over de recreatiewoning. De Hoge Raad verwerpt wel de stelling van X dat het verlaagde BTW-tarief van toepassing is. De Hoge Raad vermindert de naheffingsaanslagen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 Tab I-B

Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 5a

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Wet op de omzetbelasting 1968 9

Wet op de omzetbelasting 1968 8

Wet op de omzetbelasting 1968 4

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 28 maart

Carrousel: Carrousel

93

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen