Belanghebbende, X, werkt als personeelsfunctionaris vast in dienst bij het Nederlandse kantoor van D in Den Haag. D is een internationale volkenrechtelijke organisatie opgericht en gevestigd in Zwitserland. Tussen Nederland en D is in 2012 opnieuw een Samenwerkingsverdrag (hierna: het Verdrag) gesloten over de juridische status, de privileges en immuniteiten van D en haar medewerkers in Nederland.
In hoger beroep is in geschil of het salaris dat X in 2012 van D heeft genoten op grond van het Verdrag is vrijgesteld van Nederlandse belastingheffing. Meer in het bijzonder is in geschil of X is aan te merken als ‘staff member’ als bedoeld in het Verdrag.
Hof Den Haag oordeelt dat X in 2012 als ‘staff member’ in de zin van het Verdrag direct beroep kan doen op het Verdrag en de daarin begrepen vrijstellingen voor de inkomstenbelasting en premieheffing volksverzekeringen. Het oude verdrag is vervangen door het Verdrag en geldt vanaf 1 januari 2012. Hierin zijn aan staff members de privileges en immuniteiten toegekend die nodig zijn voor de uitoefening van hun functie waaronder de vrijstelling van belastingheffing. Tevens bepaalt het Weens Verdragenverdrag over het verdragenrecht dat een verdrag te goeder trouw moet worden uitgelegd; conform de gewone betekenis van de termen van het verdrag in hun context, in het licht van het voorwerp en het doel van het verdrag. Het hoger beroep van de inspecteur is ongegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 15 januari