Rechtbank Den Haag beslist dat X recht heeft op een persoonlijke betalingsregeling voor een deel van de teruggevorderde kinderopvangtoeslag.

Belanghebbende, X, heeft terugvorderingsbeschikkingen in het kader van de definitieve berekeningen kinderopvangtoeslag over de jaren 2010 en 2011 ontvangen. X verzoekt om een persoonlijke betalingsregeling. Voor het jaar 2010 komt de inspecteur X hierin tegemoet, voor het jaar 2011 niet. X komt in beroep. Volgens Rechtbank Den Haag is het geloofwaardig dat X er niet aan heeft gedacht om de kinderopvangtoeslag stop te zetten, toen haar dochter in het jaar 2011 drie maanden lang door een hersenvliesontsteking in het ziekenhuis lag en zij zelf in een Ronald mc Donald huis verbleef. Het ontstaan van de terugvorderingsbeschikking 2011 gedurende de periode 1 april 2011 tot en met 30 juni 2011 is niet te wijten aan opzet of grove schuld van X. Het beroep is gegrond voor deze periode. De inspecteur moet X over deze periode een betalingsregeling aanbieden gebaseerd op haar betalingscapaciteit. Van 1 juli 2011 tot en met 31 december 2011 moet X zich gerealiseerd hebben dat zij geen recht kon hebben op kinderopvangtoeslag omdat haar dochter niet naar de kinderopvang ging. X was volgens de rechtbank weer in staat geweest om de kinderopvangtoeslag over deze periode stop te zetten. In die zin was wel sprake van opzet of grove schuld. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen 26

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 15 juli

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen