Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de persoonsgebonden aftrek niet kan leiden tot een verdere vermindering van het inkomen van X dan tot nihil, ook niet op grond van het vertrouwensbeginsel. 

Belanghebbende, X, claimt in de jaren 2008 en 2009 bij een gering inkomen persoonsgebonden aftrek van ruim € 3.000. In geschil is of de persoonsgebonden aftrek het inkomen verder kan verminderen dan tot nihil, hetgeen zou betekenen dat X recht heeft op uitbetaling van het verschil.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de persoonsgebonden aftrek niet kan leiden tot een verdere vermindering van het inkomen van X dan tot nihil, ook niet op grond van het vertrouwensbeginsel. Wettelijk is een vermindering verder dan tot nihil uitgesloten op grond van art. 6.2 lid 2 Wet IB 2001. X beroept zich tevergeefs op het vertrouwensbeginsel. Weliswaar is aannemelijk dat X telefoongesprekken heeft gehad met twee medewerkers van de Belastingtelefoon, maar over de inhoud van deze gesprekken is te weinig duidelijk geworden. Zo is niet duidelijk hoe X zijn situatie heeft uiteengezet, welke vragen hij heeft gesteld, welke antwoorden hij heeft gekregen en welke inkleuring X wellicht zelf aan deze antwoorden heeft gegeven. Het hoger beroep van X is ongegrond.  

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 19 december

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen