Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur, ondanks vermelding van X in FSV, rechtmatig en terecht de hoogte van de aftrek van specifieke zorgkosten en giften heeft gecorrigeerd. Ondanks de gezondheidssituatie en problematische relatie met de Belastingdienst dient X de aftrekposten en giften met bewijsstukken te onderbouwen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
X heeft in zijn aangifte IB 2019 specifieke zorgkosten opgevoerd en aftrekbare giften opgenomen. Ten tijde van de indiening en beoordeling van de aangifte waren X en zijn echtgenote chronisch ziek en opgenomen in de Fraude Signalering Voorziening (FSV). De inspecteur heeft in de definitieve aanslag de ziektekosten deels geaccepteerd en de giftenaftrek niet. In geschil is de hoogte van de aftrek van specifieke zorgkosten en giften.
Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2023/48.1.3) oordeelt dat de inspecteur, ondanks de FSV-vermelding van X, rechtmatig en terecht de hoogte van de aftrek van specifieke zorgkosten en giften heeft gecorrigeerd. X' standpunt dat de controle en correctie van de aangifte IB 2019 onrechtmatig is vanwege een FSV-vermelding, is niet aannemelijk, omdat X geen bewijsstukken voor zijn standpunt verstrekt en de inspecteur bewijsstukken aanlevert die dit standpunt ontkrachten. Verder dient X, ondanks zijn gezondheidssituatie en zijn problematische relatie met de Belastingdienst, aftrekposten en giften met bewijsstukken te onderbouwen. Indien die bewijsstukken er niet zijn, komt dit voor risico van X. De aftrek voor een periodieke gift aan de stichting, waarvoor X als vrijwilliger werkt, is ook terecht niet geaccepteerd, omdat er door gebrek aan een notariële of onderhandse akte van schenking geen sprake is van een periodieke gift. Onder voorwaarden kan het afzien van vergoeding in aanmerking genomen worden als gift, maar X verstrekt geen bewijsmiddelen ter onderbouwing. Het gelijkheidsbeginsel is ook niet van toepassing. X' hoger beroep is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.36
Wet inkomstenbelasting 2001 6.38
Wet inkomstenbelasting 2001 6.2
Wet inkomstenbelasting 2001 6.1
Instantie: Hoge Raad
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht, Belastingrecht algemeen
Editie: 2 april
Informatiesoort: VN Vandaag