Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X op geen enkele wijze aannemelijk maakt dat de zorgwerkzaamheden hebben plaatsgevonden voor rekening en risico van de later opgerichte stichting.

X verleent in 2015 zorg aan diverse mensen, die een persoonsgebonden budget (PGB) hebben. X staat hiertoe als ondernemer ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en hij wordt betaald door de SVB. In maart 2016 richt X een stichting op, waarvan hij voorzitter wordt. In juli 2016 maakt X een 'donatie' van € 50.000 over aan deze stichting. Volgens X heeft dit tot gevolg dat zijn aanslagen in de IB-sfeer van 2015 ambtshalve verlaagd moeten worden. Rechtbank Gelderland stelt X in het ongelijk, maar kent hem wel een immateriële schadevergoeding toe van € 1500. X stelt in hoger beroep dat de PGB-inkomsten aan de stichting toegerekend moeten worden.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X op geen enkele wijze aannemelijk maakt dat de zorgwerkzaamheden in 2015 hebben plaatsgevonden voor rekening en risico van zijn stichting. De PGB-inkomsten zijn gewoon bij hem belast als winst uit onderneming. Zijn donatie aan de stichting verandert hier niets aan, nog daargelaten dat dit door de stichting als een rekening-courantschuld jegens X is geboekt. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 17 juli

68

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen