Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar de onroerende zaak terecht heeft gewaardeerd op de gecorrigeerde vervangingswaarde, nu deze waarde hoger is dan de waarde in het economische verkeer van het object. Het Pieperschuurarrest is niet van toepassing.

Belanghebbende, X, is eigenaar van een fabriek waar metaalbewerkingsvloeistoffen en reinigingsvloeistoffen worden ontwikkeld en geproduceerd. In geschil is de WOZ-waarde 2015 van dit object.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar de onroerende zaak van X terecht heeft gewaardeerd op de gecorrigeerde vervangingswaarde, nu deze waarde hoger is dan de waarde in het economische verkeer van het object. Verder heeft de heffingsambtenaar de waarde terecht vastgesteld aan de hand van de taxatiewijzer havengebonden objecten en heeft hij de berekende vervangingswaarde aannemelijk gemaakt. De rechtbank ziet geen aanleiding de correcties voor technische- en functionele veroudering voor onjuist te houden nu X niet concreet aangeeft welke correcties zij dan voorstaat. De rechtbank verwerpt het beroep van X op het zogeheten ‘Pieperschuurarrest' (HR 31 mei 1995, nr. 29224, BNB 1995/228). In dit arrest was onderwerp van geschil de waarde van een object dat ook voor andere activiteiten geschikt was. In de onderhavige zaak is daarvan geen sprake. Het beroep is wel gegrond omdat de heffingsambtenaar in de uitspraak op bezwaar onvoldoende is ingegaan op de grieven van X.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Rotterdam

Editie: 9 maart

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen