Nederland blijft zich inzetten om het multilaterale verdrag ter implementatie van Bedrag A van Pijler 1 zo spoedig mogelijk af te ronden. Tijdens de IF-vergadering van 28 t/m 30 mei 2024 is het doel gesteld om het verdrag eind juni 2024 af te ronden en open te stellen voor ondertekening. Dit schrijft Staatssecretaris Van Rij van Financiën in een brief aan de Tweede Kamer.

Staatssecretaris Van Rij van Financiën steunt de doelstellingen van Pijler 1, waaronder het alloceren van meer heffingsrechten aan landen waar afnemers of gebruikers zitten en het tegengaan van een wirwar aan unilaterale digitale dienstenbelastingen. Dit neemt echter niet weg dat het tot heden behaalde resultaat van Pijler 1 een complexe regelgeving is waarvan de uitvoerbaarheid een uitdaging zal zijn. Dit schrijft de bewindsman in een brief aan de Tweede Kamer.

Pijler 1 bestaat uit Bedrag A en Bedrag B. Bedrag A is een herverdeling van heffingsrechten over een deel van de winsten van de grootste 100 bedrijven. Dit zijn de ondernemingen met een omzet van meer dan € 20 miljard en een winstmarge van meer dan 10%. Heffingsrechten worden toegekend aan landen waar veel afnemers of gebruikers zitten. Andere landen zullen heffingsrechten moeten inleveren. Voor de implementatie van bedrag A is een multilateraal verdrag opgesteld die pas in werking treedt als voldoende landen het verdrag hebben geratificeerd. Het gaat om minimaal 30 landen waarin minimaal 60% van de bedrijven die onder Pijler 1 vallen gevestigd zijn. Hierdoor is het essentieel dat de Verenigde Staten meedoet. Deelnemende landen mogen geen digitale dienstenbelastingen meer heffen.

Bedrag B beoogt een vereenvoudiging van de toepassing van het at arm’s-lengthbeginsel voor de winsttoerekening aan marketing- en verkoopactiviteiten. De toepassing van Bedrag B is vooralsnog optioneel en met name een handreiking naar ontwikkelingslanden. Het is niet beperkt tot de grootste multinationals zoals Bedrag A.

Nederland is een voorstander van het maken van internationale afspraken op het gebied van belastingheffing. Het draagt bij aan een gelijk speelveld en komt ons vestigingsklimaat ten goede. Het is raadzaam om bij de implementatie geen verdere nationale stappen te zetten. Een strengere implementatie leidt mogelijk tot concurrentienadeel. Het bouwstenenrapport biedt voor een volgend kabinet enkele beleidsopties om maatregelen te nemen om fiscale belemmeringen weg te nemen op terreinen waar Nederland momenteel minder aantrekkelijk is dan vergelijkbare landen.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 13 juni

Informatiesoort: VN Vandaag

288

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen