Rechtbank Noord-Holland overweegt dat een piloot / stuntvlieger met structurele verliezen geen ondernemer is.

Belanghebbende, X, is vanaf 1990 piloot en is in 1992 gestart met aerobatics/stuntvliegen. Op 1 januari 2004 heeft X zich als Bedrijf B, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Hij beschikt over twee eenpersoonstoestellen waarmee hij onder andere jaarlijks deelneemt aan de Dutch Open National Aerobatic Championship. De resultaten uit Bedrijf B zijn alle jaren negatief. Vanaf 19 april 2004 is X in dienst van een Portugees Bedrijf A. X legt voor dit bedrijf internationale vluchten af. Volgens de inspecteur vormen de activiteiten van Bedrijf B geen bron van inkomen. In geschil zijn de aanslagen ib/pvv over de jaren 2005 tot en met 2007 waartegen X in beroep komt. Volgens Rechtbank Noord-Holland vormen de activiteiten van Bedrijf B geen bron van inkomen. Dit gelet op de structurele verliezen die zijn geleden met deze activiteiten en de hoge kosten die hiermee zijn gemoeid. Niet aannemelijk is dat X enig zicht heeft op positieve resultaten. X heeft volgens de rechtbank wel recht op immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn met twee en een half jaar. In zoverre zijn de beroepen gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 3.4

Besluit proceskosten bestuursrecht 2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 18 september

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen