Rechtbank Rotterdam oordeelt dat X over de periode van 1 maart 2019 tot 31 december 2019 geen aanspraak kan maken op kindgebonden budget. Omdat de Belastingdienst geen belangenafweging heeft gemaakt in verband met de terugvordering, is wel een proceskostenvergoeding verschuldigd.

X ontvangt kindgebonden budget voor zijn kind. Omdat het recht op kinderbijslag voor dit kind per 14 februari 2019 is gestopt, heeft X vanaf 1 maart 2019 geen recht meer op kindgebonden budget. Belastingdienst/Toeslagen vordert daarop het teveel uitbetaalde kindgebonden budget (€ 1892) terug. X is het daar niet mee eens, omdat in zijn ogen geen belangenafweging ten aanzien van de terugvordering heeft plaatsgevonden.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat X over de periode van 1 maart 2019 - 31 december 2019 geen aanspraak kan maken op kindgebonden budget. Het gelijk op dit punt is aan de Belastingdienst/Toeslagen. Omdat de inspecteur pas in zijn verweerschrift een belangenafweging ten aanzien van de terugvordering van het kindgebonden budget heeft gemaakt, moet Belastingdienst/Toeslagen de proceskosten van X vergoeden. De rechtbank stelt de te vergoeden proceskosten vast op € 2030.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:22

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Rotterdam

Editie: 6 december

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen