De inspecteur corrigeert de VPB-aangifte 2015 van X bv ter zake van een kortlopende schuld van € 60.987. Volgens de inspecteur is het namelijk volstrekt onduidelijk waar de schuld betrekking op heeft.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de schuld van € 60.987 terecht niet als ondernemingsschuld heeft aanvaard. Hij heeft de belastbare winst terecht verhoogd met het bedrag van de schuld. De rechtbank overweegt dat X bv niet aannemelijk maakt dat de schuld ook werkelijk een ondernemingsschuld betreft. Hetgeen X bv in dat kader aanvoert, levert onvoldoende bewijs op. Volgens de rechtbank is het volstrekt onduidelijk waarom in 2015, zoals X bv stelt, een schuld zou zijn ontstaan die verband houdt met transacties in 2001 of 2003. Verder is van belang dat de schuld ultimo 2014 niet op de (fiscale) balans stond en dat er dus een reden moet zijn om die schuld in 2015 op te voeren. De door X bv verstrekte informatie is onduidelijk over de exacte data waarop bankgaranties zouden zijn ingeroepen of wat die bankgaranties met X bv van doen hebben. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 14 april