Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de boerderij met toebehoren en de (losstaande) pluimveestallen voor de rioolheffing twee afzonderlijke percelen vormen. De pluimveestallen zijn vrijgesteld van rioolheffing.

X is eigenaar van enerzijds een boerderij met daarin een woning, deel, veldschuur, kantoor, opslagruimte, schuur en garage en anderzijds zes losstaande pluimveestallen. De heffingsambtenaar van de gemeente Súdwest-Fryslân legt X een aanslag gebruikersbelasting rioolheffing op naar de WOZ-waarde van het geheel (boerderij met toebehoren inclusief pluimveestallen).

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de boerderij met toebehoren en de (losstaande) pluimveestallen voor de rioolheffing twee afzonderlijke percelen vormen. Ze zijn onafhankelijk van elkaar te gebruiken en de pluimveestallen kunnen onafhankelijk en afzonderlijk van de boerderij met toebehoren in eigendom worden overgedragen. Het huidige gebruik als één geheel, doet daaraan niet af. Voor de boerderij is X rioolheffing verschuldigd voor een bedrag van € 190,06. Voor de pluimveestallen die niet op enigerlei wijze zijn aangesloten op de gemeentelijke riolering, is X echter geen rioolheffing verschuldigd. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en vermindert de aanslag rioolheffing van € 1185,34 naar € 190,06.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 228a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 3 februari

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen