Hof Amsterdam oordeelt dat de Polen in dienstbetrekking werkzaam waren bij X bv. Hier doet de overeenkomst die de Polen met X bv hebben gesloten, niet aan af.

 

Belanghebbende, X bv, kweekt, en handelt in, bloembollen en andere agrarische producten. Per 1 januari 2005 gaat X bv een vof aan met negen Polen. In 2006 start de Belastingdienst een boekenonderzoek bij X bv. Naar aanleiding van het boekenonderzoek legt de inspecteur LB-naheffingsaanslagen op aan X bv. Volgens de inspecteur zijn de Polen namelijk niet aan te merken als vennoten maar zijn zij in loondienst werkzaam bij X bv.

Hof Amsterdam oordeelt dat de Polen in dienstbetrekking werkzaam waren bij X bv. Het hof overweegt daarbij dat de werkzaamheden van de Polen zich beperkten tot eenvoudige werkzaamheden zoals vegen, inpakken, bloemen plukken en het klaar maken van de bloemen voor de veiling. Verder merkt het hof op dat de Polen en de andere werknemers gelijktijdig en niet gescheiden van elkaar hun werkzaamheden op het bedrijf van X bv verrichtten. De Polen en de andere werknemers maakten daarbij gebruik van de bedrijfsmiddelen van X bv. Over de verrichte werkzaamheden merkt het hof ook nog op dat ze gelijksoortig van (eenvoudige) aard waren. Het hof overweegt hier verder nog bij dat uit niets viel op te merken dat de Polen en de andere werknemers op basis van verschillende typen arbeidsovereenkomsten werkten. Het gelijk is aan de inspecteur. De naheffingsaanslagen blijven in stand.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 29 januari

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen