De tekst van art. 4 ATAD1 verzet zich tegen een vrijstelling voor woningcorporaties van de earningsstrippingmaatregel. Dit staat in een standpunt van de Kennisgroep IBR Vpb & winst.

Hof Den Haag bevestigt dat de ten onrechte niet belaste stakingswinst vanwege de stille reserves in de verhuurde woningen € 215.811 beloopt, zodat de inspecteur zich ten aanzien van de € 5229 hogere rentelasten terecht op interne compensatie beroept.

De Raad van de EU heeft op 11 maart 2025 conclusies goedgekeurd waarin een agenda wordt vastgesteld voor een belastingvereenvoudiging die moet bijdragen aan het concurrentievermogen van de EU. De Raad nodigt de Europese Commissie uit om belanghebbenden te raadplegen en een operationeel, pragmatisch en ambitieus actieplan in te voeren, inclusief een haalbare tijdlijn en een routekaart voor het einde van het najaar van 2025.

De Raad van de Europese Unie heeft op 11 maart 2025 de richtlijn BTW in het digitale tijdperk (VAT in the Digital Age – ViDA) formeel aangenomen. In november 2024 had de Raad een politiek akkoord bereikt.

De tekst van art. 4 ATAD1 verzet zich tegen een vrijstelling voor woningcorporaties van de earningsstrippingmaatregel. Dit staat in een standpunt van de Kennisgroep IBR Vpb & winst.

De Raad van de EU heeft op 11 maart 2025 conclusies goedgekeurd waarin een agenda wordt vastgesteld voor een belastingvereenvoudiging die moet bijdragen aan het concurrentievermogen van de EU. De Raad nodigt de Europese Commissie uit om belanghebbenden te raadplegen en een operationeel, pragmatisch en ambitieus actieplan in te voeren, inclusief een haalbare tijdlijn en een routekaart voor het einde van het najaar van 2025.

De Raad van de Europese Unie heeft op 11 maart 2025 de richtlijn BTW in het digitale tijdperk (VAT in the Digital Age – ViDA) formeel aangenomen. In november 2024 had de Raad een politiek akkoord bereikt.

Advocaat-generaal HvJ EU Kokott concludeert dat de wederinvoer van terugkerende goederen van BTW is vrijgesteld. Er is slechts vereist dat aan de inhoudelijke voorwaarden van art. 203 Douanewetboek is voldaan.

Advocaat-generaal HvJ EU Kokott concludeert dat de verschillende beheerdiensten die Högkullen AB niet altijd unieke prestaties vormen, waarvoor het a priori is uitgesloten om een vergelijkbare waarde in de zin van art. 72 eerste alinea BTW-richtlijn vast te stellen.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het niet in strijd met het EU-recht is dat Polen M. B. niet als partij accepteert in de procedure tegen B. sp z o.o. waarin de BTW-belastingschuld van deze vennootschap wordt vastgesteld. Dat M. B. aansprakelijk kan worden gesteld voor deze schuld is niet van belang.

Advocaat-generaal Rantos concludeert dat de Belgische elektriciteitswet niet in strijd is met EU-Verordening 2022/1854 voor zover deze uitgaat van vermoedens voor het berekenen van de inkomsten van de elektriciteitsproducenten die aan een plafond zijn onderworpen.

De in Nederland gevestigde vennootschap X doet een verzoek om zekerheid vooraf over de vraag of de activiteiten van haar dochter Y in land C een vaste inrichting vormen voor de Wet MB 2024. X trekt het verzoek in, waardoor er geen ruling tot stand komt.