Het HvJ EU verwerpt de stelling van de Poolse Minister van Financiën over het tijdstip waarop btw is verschuldigd bij vervoer- en verzenddiensten. Volgens het HvJ EU is de Poolse bepaling hierover in strijd met het EU-recht.

TNT Express Worldwide (Poland) sp. z o.o. verricht koerier-/post-, vervoer- en verzenddiensten. Volgens TNT heeft zij het recht om voor alle verrichte diensten voor btw-doeleinden de omzet in aanmerking te nemen in het belastingtijdvak waarin zij de factuur voor de betreffende dienst heeft uitgereikt. Dit geldt volgens TNT zelfs wanneer zij in dat tijdvak geen betaling heeft ontvangen en nog geen 30 dagen sinds de verrichting van de dienst zijn verstreken. De Poolse Minister van Financiën is echter van mening dat de belastingschuld voor de door TNT verrichte koerier- en postdiensten ontstaat op het tijdstip van levering van het goed of verrichting van de dienst, of op het tijdstip van uitreiking van de factuur. Voor de overige diensten (vervoer- en verzenddiensten) moet de verschuldigde belasting, volgens de minister, worden opgenomen in de afrekening voor de maand waarin de belastingschuld is ontstaan, en niet in de maand waarin de factuur voor de diensten is uitgereikt. De Poolse rechter heeft prejudiciële vragen in deze zaak gesteld.

Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat de Poolse bepaling – op grond waarvan de btw voor vervoer- en verzenddiensten verschuldigd wordt op de datum van ontvangst van de volledige prijs of een deel ervan, maar uiterlijk op de dertigste dag vanaf de dag van de verrichting van die diensten, zelfs indien de factuur eerder is uitgereikt en voorziet in een latere betalingstermijn – in strijd is met het EU-recht.

[Bron Uitspraak]

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Zesde Kamer), Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 5 juni

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen