De Poolse gemeente L. (Gmina L.) verwijdert (verzamelt), in het kader van een door de regering vastgesteld programma, op haar grondgebied asbesthoudende producten uit woningen en bedrijfsgebouwen en haalt er asbesthoudend afval op. Zij is voornemens om alle kosten van de verwijdering van asbest uit de gebouwen die voor het programma in aanmerking komen te dragen. Gemeente L. schakelt daarvoor een derde in. Deze derde reikt na afloop van de werkzaamheden een BTW-factuur uit. De gemeente dient vervolgens een verzoek om terugbetaling van de kosten in. De subsidie die wordt verleend varieert van 40 tot 100% van de gemaakte kosten. Gmina L. vraagt de Poolse Belastingdienst om een ruling af te geven. In de ruling geeft de Belastingdienst aan dat Gmina L. bij haar activiteiten als BTW‑plichtige handelt en dat er recht op aftrek van voorbelasting bestaat. Gmina L. is het daar niet mee eens. De Poolse rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Gmina L. geen BTW-belastbare prestatie verricht bij de verwijdering en inzameling van asbesthoudende producten en afval uit woningen. Daarbij is dan van belang dat deze activiteit er niet toe strekt om duurzame inkomsten te verkrijgen. Ook is van belang dat de afnemers niets hoeven te betalen omdat de verrichtingen worden gefinancierd uit overheidsmiddelen.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 3 april