Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Polen in strijd met het EU-recht handelt door een betalingsverplichting voor de BTW in verband met een ICV van motorbrandstoffen op te leggen voordat deze belasting wordt verschuldigd in de zin van art. 69 BTW-richtlijn.

Het Pools G. sp. z o.o. verricht diverse intracommunautaire verwervingen van dieselbrandstof. Volgens de Poolse Belastingdienst heeft G. hierbij niet aan haar BTW-betalingsverplichtingen en BTW-aangifteverplichtingen voldaan. De Poolse rechter vraagt zich af of het niet in strijd is met het EU-recht dat er kortere betalingstermijnen gelden voor de betaling van BTW over ICV’s van motorbrandstoffen dan voor de betaling van BTW over binnenlandse verwervingen van motorbrandstoffen en stelt prejudiciële vragen.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Polen in strijd met het EU-recht handelt door een betalingsverplichting voor de BTW in verband met een ICV van motorbrandstoffen op te leggen voordat deze belasting wordt verschuldigd in de zin van art. 69 BTW-richtlijn. Onder verwijzing naar de conclusie van A-G Saugmandsgaard Øe, merkt het Hof van Justitie EU nog op dat art. 206 BTW-richtlijn niet leidt tot een afwijking van de artt. 62 en 69 BTW-richtlijn.

[Bron Uitspraak]

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting, Accijns en verbruiksbelastingen

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 13 september

16

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen