Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het in strijd met het EU-recht is dat Polen een sanctie oplegt wanneer een belastingplichtige een van BTW vrijgestelde handeling ten onrechte heeft aangemerkt als een aan BTW onderworpen handeling.

Bij de verwerving van een onroerende zaak wordt BTW in rekening gebracht aan Grupa Warzywna sp. z o.o. Grupa Warzywna brengt dit bedrag vervolgens als voorbelasting in aftrek. Bij een controle stelt de Poolse fiscus echter vast dat de levering van de onroerende zaak volledig van BTW is vrijgesteld en dat Grupa Warzywna geen recht heeft op aftrek van de voorbelasting. De Belastingdienst stelt een beschikking vast en legt daarbij een sanctie van 20% op. Grupa Warzywna is het daar niet mee eens. De Poolse rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het in strijd met het EU-recht is dat Polen een sanctie oplegt wanneer een belastingplichtige een van BTW vrijgestelde handeling ten onrechte heeft aangemerkt als een aan BTW onderworpen handeling. Dit geldt wanneer deze sanctie evenzeer van toepassing is op een situatie waarin de onregelmatigheid het gevolg is van het feit dat de partijen bij de handeling de belastbaarheid hiervan onjuist hebben beoordeeld en er geen aanwijzingen zijn voor fraude of sprake is van inkomstenverlies voor de schatkist. Verder wordt deze sanctie ook toegepast op een situatie waarin dergelijke bijzondere omstandigheden ontbreken. Een en ander houdt in dat de Poolse fiscus geen rekening kan houden met de omstandigheden van het geval.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 16 april

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen