Cryptomunten die zijn ontstaan uit een hard fork zijn een bezitting in box 3. Dit is ook het geval als de belastingplichtige de ontstane cryptomunten niet claimt. Dit staat in een memo van de Belastingdienst dat is vrijgegeven naar aanleiding van een WOB-verzoek.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de prestaties van een huisarts voor een stichting niet vallen onder de medische vrijstelling of sociaal-culturele vrijstelling.

Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat jaarlijks wordt beoordeeld of voldaan is aan de voorwaarden van de MRB-vrijstelling. Stichting X beroept zich dus ten onrechte op het vertrouwensbeginsel. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Hof Den Haag oordeelt dat de nadere stukken van X mede door zijn dagelijkse werk als (belasting)adviseur tardief zijn. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Na een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (WOB) heeft de Staatssecretaris van Financiën documenten vrijgegeven over het Afgezonderd Particulier Vermogen (APV)-regime.

De pas aangetreden staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën (Fiscaliteit en Belastingdienst) zal persoonlijk geen gebruikmaken van de compensatieregeling box 3. Minister-president Schoof vermeldt dat in een Kamerbrief zonder uit te weiden over de reden.

De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft het standpunt over de aftrekbaarheid van collegegeld betaald door een student voorafgaand aan de emigratie naar Nederland, geactualiseerd. Er is een verwijzing opgenomen naar Hoge Raad 12 juli 2024, ECLI:NL:HR:2024:1060, V-N 2024/33.18 en BNB 2024/114. Inhoudelijk is het standpunt niet gewijzigd.

Inkomensondersteuning moet bestaanszekerheid bieden, makkelijk te begrijpen zijn en werk moet (meer) lonen. Dit zijn de drie doelen die minister Van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid noemt in zijn brief over de hervormingsagenda inkomensondersteuning.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat sprake is van een contractuele annuïtaire aflossingsverplichting voor de lening, waardoor de renteaftrek terecht is geweigerd. De rechtbank benadrukt het belang van een schriftelijke vastlegging van de aflossingsverplichting bij het aangaan van de lening.