Advocaat-generaal Biondi concludeert dat het in strijd met het EU-recht is dat bepaalde garanties die zijn verstrekt in het kader van een obligatie-uitgifte worden onderworpen aan het Portugese zegelrecht. Daarbij geldt dan wel dat de garantieovereenkomst kan worden aangemerkt als een formaliteit die verband houdt met de financieringsovereenkomst.

Het Luxemburgse Onex Renewables Sàrl verwerft de aandelen in twee Portugese vennootschappen (ES en EL). Onex draagt haar contractuele positie in de overeenkomst tot verwerving van de aandelen van ES en EL over aan Corner and Border S. A, haar Portugese dochter. C&B sluit vervolgens een financieringsovereenkomst om de verwerving van de aandelen van ES en EL te financieren en de schulden van die vennootschappen te herfinancieren via een obligatielening van € 349 mln. De betrokken vennootschappen (ONEX, C&B, ES en EL) stellen daarbij bepaalde zakelijke of persoonlijke zekerheden en geven garanties af voor de financiering door de bank. In verband met deze transacties is C&B € 2 mln. aan zegelrecht verschuldigd. C&B is het daar echter niet mee eens. De Portugese rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak en wil onder andere weten of het in strijd met het EU-recht is dat bepaalde garanties, in de vorm van pandrechten op aandelen, op banktegoeden en op aandeelhoudersleningen, alsmede cessies van gewaarborgde schuldvorderingen, die zijn verstrekt in het kader van een obligatie-uitgifte, worden onderworpen aan zegelrecht.

Advocaat-generaal Biondi concludeert dat het in strijd met het EU-recht is dat bepaalde garanties die zijn verstrekt in het kader van een obligatie-uitgifte worden onderworpen aan het Portugese zegelrecht. Daarbij geldt dan wel dat de garantieovereenkomst kan worden aangemerkt als een formaliteit die verband houdt met de financieringsovereenkomst. De A-G specificeert wanneer daar sprake van is. De A-G merkt verder nog op dat de wettelijke verplichting om garanties te verstrekken daarbij wel een voorwaarde is om een in het kader van een financieringsovereenkomst gesloten garantieovereenkomst te kunnen beschouwen als een met die financieringsovereenkomst verbonden formaliteit. Dit belet vervolgens dat indirecte belasting wordt geheven in de zin van art. 5 lid 2 onderdeel b EG-richtlijn 2008/7.

[Bron Uitspraak]

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Rubriek: Europees belastingrecht

Editie: 17 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

14

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen