Het HvJ EU oordeelt dat het EU-recht zich er tegen verzet dat Portugal, bij de berekening van het aftrekbare bedrag in de sectoren waarin gemengd belastingplichtigen uitsluitend belastbare handelingen verrichten, niet-belastbare "subsidies" opneemt in de noemer van de breuk die dient ter bepaling van het pro rata van de aftrek.

Het Portugese Varzim Sol - Turismo, Jogo e Animação SA exploiteert een casino en is daarom verplicht om een aantal artistieke en culturele animatieactiviteiten te organiseren. Verder moet ze ook meewerken aan de promotie van de zone waarin het casino is gelegen. De in de sector kansspelen verrichte werkzaamheden zijn van btw vrijgesteld. De werkzaamheden in de sectoren restauratie en animatie zijn onderworpen aan btw-heffing. Verder verricht Varzim Sol nog werkzaamheden in de sectoren administratie en financiën. Hiervoor bestaat een gedeeltelijk recht op btw-aftrek. De Portugese fiscus legt btw-naheffingsaanslagen op aan Varzim Sol, omdat Varzim Sol een verkeerde methode zou hebben gehanteerd bij de berekening van het bedrag dat kan worden afgetrokken van de btw die is betaald in de sectoren restauratie en animatie. In verband met de exploitatie van het casino moet Varzim Sol ook een jaarlijkse tegenprestatie aan de Portugese Staat betalen. De tegenprestatie wordt berekend op basis van de inkomsten uit de sector kansspelen. Varzim Sol mag een gedeelte van de kosten die zij maakt om aan haar verplichtingen inzake animatie en bevordering van het toerisme te voldoen, aftrekken van het bedrag van deze jaarlijkse tegenprestatie. Het bedrag van deze aftrek hangt af van zowel het bedrag van de gemaakte kosten als het bedrag van de inkomsten uit de sector kansspelen. De Portugese fiscus merkt deze aftrek aan als een exploitatiesubsidie en stelt dat, aangezien deze subsidie niet aan btw is onderworpen, de restauratie- en animatieactiviteiten als gemengde werkzaamheden moeten worden behandeld. Hierdoor moet de in deze sectoren betaalde btw pro rata worden afgetrokken, waarbij rekening kan worden gehouden met zowel vrijgestelde als belastbare werkzaamheden. De Portugese rechter heeft prejudiciële vragen in deze zaak gesteld.

Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat het EU-recht zich er tegen verzet dat Portugal, bij de berekening van het aftrekbare bedrag in de sectoren waarin gemengd belastingplichtigen uitsluitend belastbare handelingen verrichten, niet-belastbare "subsidies" opneemt in de noemer van de breuk die dient ter bepaling van het pro rata van de aftrek. Het HvJ EU wijst er hierbij op dat dit geldt wanneer een lidstaat gemengd belastingplichtigen toestaat de in art. 17 en 19 Zesde btw-richtlijn bedoelde aftrek toe te passen volgens het gebruik van de goederen en diensten of van een deel daarvan.

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie

Editie: 8 november

20

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen