Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het niet in strijd met het EU-recht is dat Portugal voorwaarden stelt aan de toepassing van het verlaagde BTW-tarief op herstel- en renovatiediensten aan particuliere woningen.
HPA - Construções SA verricht werkzaamheden in verband met onroerende zaken. In 2007 voert zij renovatiewerkzaamheden uit in gebouwen in Lissabon. De gebouwen zijn voor het overgrote deel bestemd voor bewoning. HPA brengt op de renovatiediensten 5% BTW in rekening. Volgens de Portugese Belastingdienst is echter het normale belastingtarief van 21% van toepassing omdat HPA niet kan bewijzen dat de overeenkomsten voor de werkzaamheden betrekking hebben op gebouwen die daadwerkelijk worden gebruikt voor bewoning. De Portugese rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het niet in strijd met het EU-recht is dat Portugal voorwaarden stelt aan de toepassing van het verlaagde BTW-tarief op herstel- en renovatiediensten aan particuliere woningen. Portugal mag aan de toepassing dan ook de voorwaarde koppelen dat de woningen op het tijdstip waarop de diensten plaatsvinden daadwerkelijk voor bewoning worden gebruikt.
Lees ook het thema Onroerend goed: vrijgesteld van btw of toch belast?
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting
Editie: 15 januari
Informatiesoort: VN Vandaag