X is gevestigd in België en verzendt per schip twee maal ethylalcohol onder schorsing van accijns naar Nederland. Bij aankomst blijkt dat er in totaal 13.971 liter minder is aangekomen dan aangegeven. X betaalt € 48.294 als de verschuldigde accijns, maar gaat in bezwaar. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant is Nederland niet heffingsbevoegd. De oorzaak van het tekort is namelijk onbekend gebleven. De redenatie van de inspecteur, die aansluit bij de locatie waar de constatering van het tekort plaatsvond, is onjuist. Als tijdens de overbrenging geen onregelmatigheid is geconstateerd, dan wordt de onregelmatigheid geacht te hebben plaatsgevonden in de lidstaat van verzending. De inspecteur gaat in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch vraagt aan het Hof van Justitie EU of de constatering van het tekort de onregelmatigheid is, zodat Nederland als lidstaat van aankomst heffingsbevoegd is, of dat de onbekende oorzaak die heeft geleid tot het tekort de onregelmatigheid is, zodat België als lidstaat van verzending heffingsbevoegd is. Het tekort is namelijk niet eerder geconstateerd dan bij het uitladen van het transportmiddel. Het geding wordt geschorst totdat het HvJ EU uitspraak heeft gedaan.
Wetsartikelen:
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Accijns en verbruiksbelastingen, Europees belastingrecht
Editie: 23 december
Informatiesoort: VN Vandaag