Hof Amsterdam stelt prejudiciële vragen aan de Hoge Raad in de zaak Uber over het begrip ‘ondernemerschap’ in het Deliveroo-arrest en of art. 3 Wet AVV een voldoende juridische grondslag biedt voor het instellen van de vordering door de FNV.

Uber bv exploiteert een app, waarmee taxiritten worden geboekt. Chauffeurs melden zich aan voor de app en worden onderverdeeld in drie categorieën: 1. als ze geen chauffeurskaart of ondernemersvergunning hebben, dan kunnen ze (nog) niet actief worden op het Uber-platform; 2. chauffeurs met een chauffeurskaart, maar geen ondernemersvergunning, kunnen gaan rijden als “Fleet partner” onder de vlag van andere Uber-chauffeurs; 3. taxichauffeurs met een chauffeurskaart én een ondernemersvergunning zijn “zelfstandig Uber Partner”. FNV heeft Uber aangesproken op het naleven van de CAO Taxivervoer. Uber heeft dat geweigerd, omdat haar chauffeurs zelfstandigen zijn. De kantonrechters in de Rechtbank Amsterdam stellen de FNV in het gelijk. Er is voor recht verklaard dat voor de periodes dat de CAO Taxivervoer algemeen verbindend verklaard is (geweest) de arbeidsvoorwaarden van deze CAO van toepassing zijn. Uber moet de CAO integraal naleven en FNV krijgt een schadevergoeding van € 50.000. Uber gaat in hoger beroep, waarbij zes zelfstandige Uber Partners zich als partij bij Uber hebben gevoegd.

Hof Amsterdam stelt prejudiciële vragen aan de Hoge Raad in de zaak Uber over het begrip ‘ondernemerschap’ in het Deliveroo-arrest (HR 24 maart 2023, 21/02090, V-N 2023/15.6) ten behoeve van de beoordeling van een arbeidsrelatie en of art. 3 Wet op het Algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Wet AVV) een voldoende juridische grondslag biedt voor het instellen van de vordering van FNV. De vier prejudiciële vragen luiden als volgt:

Is het mogelijk dat, wanneer het (eventuele) ondernemerschap van een werker buiten beschouwing wordt gelaten, de tussen deze werker en diens opdrachtgever/werkgever gesloten overeenkomst kwalificeert als arbeidsovereenkomst, terwijl met het wel in beschouwing nemen van dat (eventuele) ondernemerschap, dezelfde overeenkomst niet als arbeidsovereenkomst kwalificeert?

Indien het antwoord op de eerste vraag bevestigend is, betekent dat dan dat de arbeidsrelatie ten aanzien van precies hetzelfde werk, verricht ten behoeve van dezelfde opdrachtgever/werkgever, verricht door de ene werker (niet zijnde een ondernemer) anders wordt gekwalificeerd dan de arbeidsrelatie ten aanzien van dat zelfde werk verricht door een andere werker (wel zijnde een ondernemer)?

Dient het aspect ‘ondernemerschap’, zoals genoemd in overweging 3.2.5 van voornoemd arrest aldus te worden opgevat (visie 1) dat dit ondernemerschap zich beperkt tot die aspecten van ondernemerschap zoals die zich voordoen in de specifieke relatie tussen deze werker en deze opdrachtgever/werkgever (bijvoorbeeld ten aanzien van een grotere vrijheid van werktijden of werkplaats dan werknemers in een vergelijkbare situatie plegen te hebben, dan wel grotere winst- of verlieskansen dan werknemers in een vergelijkbare situatie plegen te hebben) of (visie 2) dat voor dit ondernemerschap ook van belang zijn aspecten die betrekking hebben op de (ondernemers)situatie van de desbetreffende werker buiten de specifieke relatie tussen deze werker en deze opdrachtgever/werkgever, of (visie 3) moet dit ondernemerschap op een nog andere manier worden uitgelegd?

Kan een algemeen oordeel over de kwalificatie van de arbeidsrelatie van een groep werkers, allen werkzaam bij dezelfde opdrachtgever/werkgever, plaatsvinden in het kader van een vordering als bedoeld in art. 3 lid 2 Wet AVV of kan dit, gelet op de procedurele waarborgen die daarbij gelden, slechts geschieden in het kader van een procedure als bedoeld in art. 3:305a e.v. BW?

Iedere verdere beslissing is aangehouden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Burgerlijk Wetboek Boek 7 610

Instantie: Hof Amsterdam

Rubriek: Arbeidsrecht

Editie: 6 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief

302

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen