X woont in het jaar 2004 in Nederland en werkt aan boord van de onder Panamese vlag varende pijpenlegger A. X was van 1 januari 2004 tot en met 31 mei 2004 in dienst van B, een in Nederland gevestigde werkgever. Van 1 juni 2004 tot en met 31 december 2004 was X in dienst van een buitenlandse werkgever. X verzoekt om vrijstelling van de premie volksverzekeringen voor het gehele jaar 2004. Bij het vaststellen van de aanslag stelt de inspecteur zich op het standpunt dat X premieplichtig was voor de periode van 1 januari tot en met 25 augustus 2004. X komt in (hoger) beroep. Hof 's-Gravenhage overweegt dat, aangezien X van 1 januari 2004 tot en met 31 mei 2004 in dienstbetrekking stond tot een in Nederland wonende of gevestigde werkgever, hij gedurende die periode is verzekerd op grond van de Nederlandse volksverzekeringen. In de periode 1 juni 2004 tot en met 31 december 2004 is X werkzaam voor een buitenlandse werkgever. Dat betekent dat X niet verzekerd en premieplichtig is voor de volksverzekeringen voor elke dag in die periode die valt in een aaneengesloten periode van ten minste drie maanden waarin hij uitsluitend buiten Nederland arbeid verricht. Gelet op de vaststaande feiten is de eerste dag die voldoet aan het hiervoor vermelde criterium te stellen op 25 augustus, aldus het hof. Het oordeel van de rechtbank is juist. Het hoger beroep is ongegrond. X komt in cassatie. De Hoge Raad overweegt dat X er terecht over klaagt dat het hof is voorbijgegaan aan zijn primaire standpunt dat hij gedurende de periode 1 juni 2004 tot en met 24 augustus 2004 niet verzekerd was voor de volksverzekeringen op grond van de Verordening (EEG) nr. 1408/71 van 14 juni 1971 (hierna: de Verordening). Er bestaat gerede twijfel over de werkingssfeer van de Verordening en over de uitleg van de aanwijzingsregels in Titel II van de Verordening in een geval als dit. De Hoge Raad besluit tot het stellen van prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden totdat het hof op dit verzoek uitspraak heeft gedaan.
Inhoudsopgave van deze editie
Gerelateerde artikelen
Rijnvarende met Liechtensteinse werkgever heeft geen recht op vrijstelling van PVV-premies
In hoger beroep bevestigt Hof 's-Hertogenbosch dat de inspecteur in het kader van de premieheffing is gebonden aan een door de Svb afgegeven A1-verklaring. X is in 2016 en 2018 dan ook verplicht verzekerd voor de Nederlandse socialezekerheidswetgeving. De door Liechtenstein afgegeven A1-verklaring doet daar niet aan af.
Fiscale maatregelen Voorjaarsnota 2025
Minister Heinen van Financiën heeft de Voorjaarsnota 2025 aangeboden aan de Tweede Kamer. Hieraan ontlenen wij de volgende fiscale maatregelen.
Ook Hoge Raad vindt schoonmaken via app Helpling uitzendwerk
Schoonmakers die via het inmiddels failliete onlineplatform Helpling huishoudelijk werk deden, waren feitelijk uitzendkrachten. Dat oordeelt de Hoge Raad in een langlopende zaak over de positie van schoonmakers in de platformeconomie.
Liechtensteinse premies niet te verrekenen als ze niet naar SVB zijn overgemaakt
In hoger beroep bevestigt Hof 's-Hertogenbosch dat de inspecteur in het kader van de premieheffing is gebonden aan een door de SVB afgegeven A1-verklaring. X is in 2016 verplicht verzekerd in Nederland. De in het buitenland geheven premies zijn niet te verrekenen omdat er geen aanwijzingen zijn dat de premies zijn overgemaakt naar de SVB.
Nieuwe versie van kennisdocument Wet tegemoetkomingen loondomein
Op de website van de Rijksoverheid staat een nieuwe uitgave van het Kennisdocument Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl). Het gaat om versie 14.0 van april 2025.
Rijnvarende met Luxemburgse werkgever is in Luxemburg premieplichtig
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat voor de periode 1 januari 2015 - 31 mei 2015 de Luxemburgse socialezekerheidswetgeving van toepassing is op Rijnvarende X. Volgens het hof is de Rijnvarendenovereenkomst namelijk van toepassing.
Rijnvarende met twee A1-verklaringen mag Liechtensteinse premies aftrekken
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat het bizar is dat er twee tegenstrijdige A1-verklaringen zijn, maar dat dit geen belemmering is voor de inspecteur om premies te heffen. De Liechtensteinse premies zijn voor X aftrekbaar en de werkgeversbijdrage voor de Krankenkasse behoort tot zijn loon.
Premieplicht voor Rijnvarende zolang A1-verklaring niet is ingetrokken
In hoger beroep bevestigt Hof 's-Hertogenbosch dat de inspecteur in het kader van de premieheffing is gebonden aan een door de Svb afgegeven A1-verklaring. X is dan ook in de periode 1 januari 2016 - 25 oktober 2016 verplicht verzekerd voor de Nederlandse socialezekerheidswetgeving.